Datum: 10/06/2022
Het hoorrecht van kinderen in een procedure: ook voor halfbroers en halfzussen?
De wet schrijft voor dat elke minderjarige het recht heeft om gehoord te worden door de rechter indien er beslissingen genomen zullen worden die invloed hebben op deze minderjarige. Denk hierbij aan de uitoefening van het ouderlijk gezag, de verblijfsregeling of het recht op persoonlijk contact.
Maar hoe werkt dit hoorrecht nu precies?
- Kinderen vanaf de leeftijd van 12 jaar
Kinderen die reeds de leeftijd van 12 jaar hebben bereikt bij het opstarten van een procedure zullen een brief ontvangen van de rechtbank waarin wordt uitgelegd wat dit hoorrecht inhoudt en hoe zou dit verzoek kunnen indienen.
Wanneer deze kinderen de rechter een brief sturen dat ze gehoord willen worden, zal de rechter een datum vastleggen om samen met dit kind een gesprek te hebben. Alleen als dit kind al eerder gehoord werd kan een rechter dit verzoek afwijzen op voorwaarde dat er geen nieuwe elementen zijn die dit verhoor rechtvaardigen.
- Kinderen die de leeftijd van 12 jaar nog niet bereikt hebben
Kinderen die de leeftijd van 12 jaar nog niet hebben bereikt, ontvangen geen brief. Dit betekent echter niet dat zij niet gehoord kunnen worden. Ook voor deze kinderen kan een gesprek met de rechter georganiseerd worden. Dit kan aangevraagd worden door de kinderen zelf, de partijen in de procedure, door de rechter zelf of door het openbaar ministerie.
In dit geval is de rechter echter niet verplicht om in te gaan op dit verzoek. De rechter kan namelijk vrij oordelen of hij het aangewezen vind om dit kind te horen of niet. Alleen als het verzoek uitgaat van het openbaar ministerie is de rechter verplicht om dit gesprek met het kind te organiseren.
Problematiek
In onze huidige maatschappij komt het steeds vaker voor dat kinderen halfbroers en halfzussen hebben. Zolang de ouders met de nieuwe partner samenblijven zorgt dit doorgaans niet voor problemen. In dat geval zijn de kinderen met de nieuwe partner namelijk altijd aanwezig in het gezin en zijn zij dus ook steeds thuis wanneer de halfbroers en halfzussen bij hen verblijven.
De problemen doen zich echter vaak voor zodra de ouder met deze nieuwe partner uit elkaar gaat. Op dat moment zullen er namelijk twee verschillende verblijfsregelingen opgesteld worden. Ouders proberen deze steeds op elkaar af te stemmen maar dit is niet evident.
Zoals hierboven aangehaald hebben kinderen het recht om gehoord te worden indien het dossier gaat over beslissingen die invloed kunnen hebben op hen.
Wanneer via een procedure een verblijfsregeling opgelegd zal worden voor een kind zal dit ongetwijfeld een invloed hebben op de halfbroers en halfzussen.
Halfbroers en halfzussen hebben ook het recht op persoonlijk contact met elkaar.
Volgens het een juiste interpretatie zou dus geoordeeld moeten worden dat ook de halfbroers en halfzussen een gesprek mogen aanvragen met de rechter die een uitspraak zal doen over de verblijfsregeling van hun halfbroers en halfzussen.
Deze interpretatie bleek echter niet zo vanzelfsprekend.
Veel rechters interpreteerden de wet namelijk in die zin dat het recht om gehoord te worden in een procedure enkel toekomt aan het kind op wie de procedure betrekking heeft.
Door deze interpretatie werden halfbroers en halfzussen niet gehoord door een rechter en dit terwijl de opgelegde verblijfsregeling wel een invloed had op het contact dat zij hebben met hun halfbroers en halfzussen.
Ook halfbroers en halfzussen hebben rechten
Volgens een aantal wettelijke artikelen hebben ook halfbroers en halfzussen rechten ten opzichte van elkaar.
Zo hebben alle broers en zussen, op elke leeftijd, recht om persoonlijk contact met elkaar te onderhouden. Uit de voorbereidende werken van deze wet blijkt dat de wetgever dit recht niet alleen aan volle broers en zussen toekende maar aan alle broers en zussen. Dus ook aan halfbroers en halfzussen.
Daarnaast schrijft een ander wetsartikel voor dat broers en zussen het recht hebben om niet van elkaar gescheiden te worden. Ook hier vallen niet enkel volle broers en zussen onder. Alle kinderen die samen in eenzelfde gezin worden opgevoed en die een bijzondere affectieve band hebben met elkaar ontwikkeld worden gelijkgesteld met broers en zussen. Ook halfbroers en halfzussen vallen dus onder dit wetsartikel en hebben het recht niet gescheiden te worden van elkaar.
Duidelijkheid door het Grondwettelijk Hof
Deze kwestie is ondertussen voorgelegd aan het Grondwettelijk Hof. Dit Hof heeft geoordeeld dat wanneer een verblijfsregeling opgelegd zal worden, deze verblijfsregeling rechtstreeks raken aan het recht tot persoonlijk contact en het recht om niet van elkaar gescheiden te worden.
Hierdoor is het Grondwettelijk Hof van oordeel dat het hoorrecht dus niet enkel een recht is van de betrokken minderjarige waarover een uitspraak wordt gedaan, maar ook een recht van de halfbroers en halfzussen.
Door dit oordeel heeft het Grondwettelijk Hof duidelijkheid geschept. Het hoorrecht van kinderen komt dus ook toe aan halfbroers en halfzussen.
Bij vragen hieromtrent, kan u steeds bij Servilex terecht!