Datum: 3/08/2023
Het is algemeen geweten dat België kampt met structurele problemen op vlak van psychologische hulpverlening.
Voor een modelburger” met psychologische problemen is het vaak al een enorme opgave om voor de gepaste hulpverlening in aanmerking te komen.
Indien deze “modelburger” niet de gepaste zorg krijgt, leidt dit tot soms tot schrijnende situaties alwaar het strafrecht om de hoek loert.
Spoedprocedure via Parket
In spoedeisende gevallen kan de Procureur des Konings beslissen dat de betrokken persoon ter observatie zal worden opgenomen in een psychiatrische dienst die hij aanwijst.
Dit wordt expliciet voorzien in artikel 9 van de Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke.
Deze mogelijkheid bestaat eveneens indien er sprake is van strafbare feiten.
Indien de feiten van enige ernst zijn, zal de Procureur vaak genegen zijn om van deze mogelijkheid geen gebruik te maken, maar over te gaan tot het vorderen van een onderzoeksrechter.
Laat dit nu net problematisch zijn.
Beperkte mogelijkheden onderzoeksrechter
Een onderzoeksrechter heeft slechts een beperkt aantal mogelijkheden. Hij/zij kan een persoon aanhouden, vrijlaten of vrijlaten onder voorwaarden.
De wet voorziet niet in de mogelijkheid om over te gaan tot een gedwongen opname via de spoedprocedure, zoals deze voor de Procureur des Konings wel voorzien is.
In eerste instantie zal de onderzoeksrechter moeten nagaan of er aan de voorwaarden voldaan is om een aanhoudingsmandaat te kunnen uitvaardigen:
- Worden de feiten bestraft met een hoofdgevangenis van minstens één jaar?
- Bestaan er ernstige aanwijzingen van schuld?
- Is de aanhouding volstrekt noodzakelijk voor de openbare veiligheid?
Indien de onderzoeksrechter tot het besluit komt dat niet alle voorwaarden voorhanden zijn, zal de persoon worden vrijgelaten.
Indien de voorwaarden cumulatief voldaan zijn, heeft de onderzoeksrechter in principe opnieuw een aantal mogelijkheden:
- De aanhouding in de gevangenis.
- De aanhouding onder elektronisch toezicht.
- De invrijheidstelling onder voorwaarden.
Indien een persoon kampt met psychische problemen, dewelke hem aanzetten tot het plegen van misdrijven, zal men vaak tot de conclusie komen dat er een gevaar bestaat dat hij opnieuw zulke feiten zal plegen ‘gelet op de psychische toestand’.
Het is vaak begrijpelijk dat een onderzoeksrechter deze persoon niet zonder meer kan vrijlaten gelet op dit recidivegevaar.
Een invrijheidstelling onder voorwaarden zal zich vaak pas opdringen indien er in voldoende psychische begeleiding voorzien kan worden, dewelke een risico op herval kan neutraliseren.
De gevangenis als wachtkamer
Indien er op het moment van voorleiding nog geen gepaste psychische begeleiding voorhanden is, is het alternatief vaak dat in afwachting van een gepaste begeleiding de persoon onder aanhoudingsmandaat zal worden geplaatst.
De onderzoeksrechter beschikt niet over de mogelijkheid om eigenhandig over te gaan tot een gedwongen opname. Eveneens zijn er geen ‘bedjes’ voor de onderzoeksrechter gereserveerd.
De enige mogelijkheid die men heeft is de vrijheid onder voorwaarden, waarbij de invrijheidstelling gekoppeld zal worden aan de voorwaarde van het ‘zich laten begeleiden voor zijn psychische problemen, ambulant dan wel residentieel’.
De onderzoeksrechter, de advocaat of de familie van de betrokkene zelf zal op zoek moeten gaan naar een gepaste oplossing.
Het is juist hier waar het schoentje wringt.
Dokter niet bereikbaar, geen plaats, geen diagnostiek voorhanden, statuut van gedetineerde ,…
Kortom: op een gedetineerde zit men niet te wachten.
Omdat een ‘thuisdetentie’ het risico voor huisgenoten, dan wel zichzelf, niet volledig kan neutraliseren, zal er vaak worden geopteerd voor een aanhouding in de gevangenis in afwachting van een alternatief.
Een invrijheidstelling onder voorwaarden zal zich vaak pas opdringen indien er in voldoende psychische begeleiding voorzien kan worden, dewelke een risico op herval kan neutraliseren.
Nood aan wetswijziging?
Laten we het er allen over eens zijn dat mensen met psychiatrische problemen nood hebben aan een gepaste begeleiding, waarbij de gevangenis op dit punt vaak tekort schiet..
De conclusie is even simpel als pijnlijk: vanaf het moment dat een persoon met zware psychische problemen een misdrijf pleegt waarvoor hij wordt voorgeleid voor de onderzoeksrechter, heeft deze laatste vaak als enige optie de aanhouding in de gevangenis.
Aangewezen zijn op de ‘goodwill’ van bepaalde instanties om alsnog een opname te kunnen forceren, is dramatisch en onaanvaardbaar, des te meer omdat de betrokkene een afwachting vaak in hechtenis zal verblijven.
Een wetgevend optreden lijkt mogelijks aangewezen om uit deze patstelling te komen.
Indien de onderzoeksrechter over een autonome ‘opnamebevoegdheid’ zou beschikken, zou dit mogelijks een aantal problemen de wereld uithelpen.
Al is het maar de vraag of men in dat geval niet opnieuw stoot op het beperkt aantal plaatsen, hetgeen de wetswijziging tot een dode letter zou herleiden.