Datum: 22/12/2022
De Minnelijke schikking ≠ erkenning van schuld
Naar aanleiding van het dossier ‘propere handen’ was veelvuldig in de media te lezen dat verschillende verdachten hun vervolging zouden afkopen. Verontwaardiging alom waarbij uitspraken als ‘klassenjustitie’ niet werden geschuwd. Maar wat betekent dat ‘afkopen’ nu eigenlijk?
Het zogenaamde ‘afkopen van vervolging’ verwijst naar de figuur van de minnelijke schikking zoals voorzien in artikel 216 bis wetboek van strafvordering. Dit artikel bepaalt dat de strafvordering jegens de verdachte komt te vervallen, mits deze laatste overgaat tot betaling van een geldsom (eventueel gekoppeld aan de afstand van bepaalde voorwerpen) en het vergoeden van de slachtoffers.
Het initiatief kan uitgaan van zowel de beklaagde als het Openbaar ministerie, doch heeft deze laatste het uiteindelijke beslissingsrecht om in te gaan op een voorstel tot schikking of niet.
De voorwaarden kunnen samengevat worden als volgt:
- Het Openbaar Ministerie moet van oordeel zijn dat het misdrijf niet bestraft moet worden met een hoofdstraf van twee jaar correctionele gevangenisstraf of zwaarder.
Uitgesloten zijn de misdaden waarvoor een levenslange opsluiting of een opsluiting van 20-30 jaar werd bepaald en de misdrijven dewelke een zware aantasting inhouden van de lichamelijke integriteit.
- Er mag nog geen eindvonnis of eindarrest gewezen zijn.
Ondanks het feit dat een minnelijke schikking door de publieke opinie wordt beschouwd als een (impliciete) erkenning van schuld, is zulks niet vereist om op de figuur van de minnelijke schikking een beroep te kunnen doen.
Een voorafgaande erkenning van schuld is een aparte rechtsfiguur voorzien in artikel 216 wetboek van strafvordering dewelke zeker niet verward mag worden met de figuur van de minnelijke schikking.
Indien aan de voorwaarden voldaan is, zal de procureur (indien gewenst) in dialoog gaan met de verdachte om tot een akkoord te komen m.b.t. het te betalen bedrag waarbij eveneens de slachtoffers dienen te worden vergoed.
In dossiers waarbij belastingen en sociale bijdragen werden ontlopen, is de minnelijke schikking pas mogelijk nadat deze bedragen inclusief intresten werden voldaan en de bevoegde administratie haar toestemming heeft verleend.
In het geval dat de zaak reeds aanhangig is voor de rechtbank, zal deze rechter het akkoord moeten bekrachtigen waarbij een loutere toetsing van de voorwaarden zich opdringt. Een beoordeling van de opportuniteit of proportionaliteit behoort niet tot de bevoegdheid van de rechter en komt enkel en alleen toe aan het openbaar ministerie.
Indien de gehele procedure met succes wordt doorlopen komt de strafvordering opzichtens de verdachte te vervallen, zonder dat dit enige erkenning van schuld impliceert.
Neem gerust contact op met ons kantoor.